• Home
  • Blog
  • "Stijgend aantal gedwongen opnames zet iedereen onder druk"

"Stijgend aantal gedwongen opnames zet iedereen onder druk"

Eén op vier opnames in PZ Onzelievevrouw is een gedwongen opname. Het gaat om mensen die niet uit vrije wil opgenomen worden en op dat moment vaak geen ziekte-inzicht hebben. Een gedwongen opname is een ingrijpende gebeurtenis voor alle betrokkenen. Het gebeurt dan ook niet zomaar. Een beslissende rol spelen de vrederechter en de procureur des Konings. Een gesprek met procureur des Konings Lode Vandaele en directeur patiëntenzorg Inge Vanthuyne.

Inge Vanthuyne: “We leren voortdurend van elkaar. We spreken een andere taal maar we kennen en begrijpen elkaars standpunt. Hoe werkt een ziekenhuis? Hoe werkt het gerecht? Beide werelden komen hier samen.”
Elke sector heeft zijn jargon. Laat ons dus meteen wat klaarheid brengen in de terminologie: het parket = het openbaar ministerie = de procureur des Konings = de staande magistratuur (en daarnaast heb je de zittende magistratuur = de zetel = de rechter.)
 
Procureur Lode Vandaele moet geregeld de afweging maken of een gedwongen opname aangewezen is. “Het gaat om crisissituaties,” vertelt hij. “We worden doorgaans gecontacteerd door de politie, soms ook door de arts van een algemeen ziekenhuis of de EPSI (Eenheid
voor Psychiatrische Spoed Interventie). Als iemand problemen veroorzaakt, heeft het parket meerdere opties. Dit kan een strafrechtelijke aanpak zijn, maar ook een gedwongen opname. Die inschatting maken, is niet altijd eenvoudig. De interventiewerkers van de politie vormen de ogen en de oren van de procureur. Hun informatie is cruciaal. Een goede verstandhouding is noodzakelijk. Ook met PZ Onzelievevrouw.
Want eenmaal een beslissing tot een gedwongen opname is genomen, is het ziekenhuis aan zet. Ik heb dan ook geregeld overleg met het 
ziekenhuis. Gerecht en ziekenhuis proberen allebei oplossingen te vinden. We schuiven geen verantwoordelijkheden naar elkaar door, maar werken samen, met respect voor de privacy van patiënten en voor elkaars bevoegdheden.”
 
“We leren voortdurend van elkaar,” zegt Inge Vanthuyne. “We spreken een andere taal, maar we kennen en begrijpen elkaars standpunt. Hoe werkt een ziekenhuis? Hoe werkt het gerecht? Beide werelden komen hier samen.”

Geen lichtzinnige beslissingen

“Doorgaans hanteert de wet strikte criteria,” legt procureur Vandaele uit. “Maar als het over geestelijke gezondheid gaat, blijft het toch wat flou. Wanneer is iemand geestesziek?” “
 
Voor een gedwongen opname via het parket moeten meerdere criteria vervuld zijn. Ten eerste moet de persoon in kwestie geestesziek zijn. Er moet ook sprake zijn van een gevaarsituatie: voor zichzelf of voor anderen. Ten derde: de persoon is niet bereid zich vrijwillig te laten behandelen. En als extra criterium is er de hoogdringendheid. Alleen bij hoogdringendheid komt het parket erbij. Is er geen hoogdringendheid, dan gaat de zaak rechtstreeks naar de vrederechter.”
 
“Als procureur beslis ik op basis van de verklaringen van de politie en van het geneeskundige verslag na een eerste inschatting door hoofdzakelijk een arts op de EPSI of in het ziekenhuis. Dat is anders bij de vrederechter. Die hoort en ziet eerst de patiënt. Dat noemen we een tegensprekelijke procedure, met respect voor de rechten van de verdediging. Als het parket bij hoogdringendheid beslist, gebeurt dat zonder tegensprekelijkheid. Dat heeft een enorme impact op alle betrokkenen. We nemen die beslissing dan ook nooit lichtzinnig.”

Als de procureur bij hoogdringendheid beslist tot een gedwongen opname, spreken we van een ‘spoedprocedure’. Het zou de uitzondering  moeten zijn, maar in werkelijkheid verloopt 90% van de gedwongen opnames op die manier. Na een voorprocedure heeft de vrederechter tien dagen tijd om de patiënt te zien en de beslissing van de procureur te bevestigen of ongedaan te maken. Dat laatste gebeurt hier eerder uitzonderlijk.

Werken in crisismodus

Beslist de procureur tot een gedwongen opname, dan neemt hij telefonisch contact op met PZ Onzelievevrouw. Dat kan op elk moment, dag en nacht. En per definitie ongepland. “Ik ben dan ook blij met de goede samenwerking met het ziekenhuis,” zegt procureur Vandaele. “Het zijn sowieso altijd moeilijke situaties.”
 
“Wij moeten altijd een plaats vrijhouden voor een gedwongen opname,” zegt Inge Vanthuyne. “Dat vergt heel wat organisatie van het ziekenhuis. Het is al gebeurd dat er drie gedwongen opnames op een nacht plaatsvonden. Dat is niet evident. In uiterste nood kunnen we gelukkig een beroep doen op andere ziekenhuizen waarmee we afspraken hebben.”
 
“Gerecht, politie en ziekenhuis: we werken alle drie in crisismodus,” zegt procureur Vandaele. “Elk werkt in zijn eigen context. Een procureur
van wacht kan met uiteenlopende oproepen geconfronteerd worden: een diefstal, een verkrachting, een gedwongen opname… Als op een nacht verschillende meldingen binnenkomen, kan dat erg belastend zijn. Maar uiteraard nemen we elke zaak ernstig.”
 
“De keuze voor een gedwongen opname dan wel een strafrechtelijke antwoord, is mee afhankelijk van de zwaarte van het misdrijf. Pleegt
iemand met een psychische aandoening een moord, dan gaan we de strafrechtelijke weg op. Is er sprake van licht familiaal geweld door een geestesziekte, dan is het soms beter om voor een gedwongen opname te opteren. Vaak moet er natuurlijk gedwongen opgenomen wordenzonder dat de geesteszieke ook maar enig misdrijf pleegt. De gedwongen opname is in de kern dan ook een beschermingsmaatregel. Het blijven moeilijke keuzes in een crisissituatie. Het is soms een mijnenveld.
 
Inge Vanthuyne heeft veel begrip voor die moeilijke beslissingen. “Als er bijvoorbeeld ernstig druggebruik in het spel is, is het bijzonder moeilijk om te beoordelen of een misdrijf gebeurde door een onderliggende psychische stoornis of puur door het middelengebruik.” 
 
“Onze kennis evolueert ook voortdurend,” zegt Lode Vandaele. “Magistraten en politie worden beter opgeleid om juiste inschattingen te maken. Denk aan het Excited Delirium Syndroom.”

Gedwongen opnames vermijden

Dat het aantal gedwongen opnames stelselmatig toeneemt, zet zowel het parket als het ziekenhuis onder druk. Geen van beide instanties krijgt hier extra middelen voor, hoewel er veel bij komt kijken. Maar er is meer. Veel gedwongen opnames zouden vermeden kunnen worden als er niet de ellenlange wachtlijsten waren in de zorg.

“Mensen met een psychische kwetsbaarheid vinden vaak geen plaats in een geschikte voorziening,” verklaart procureur Vandaele. “Ze komen op een wachtlijst terecht, waardoor de situatie vaak alleen maar erger wordt. Tot er een crisis plaatsvindt en de patiënt gedwongen opgenomen wordt. Maar die gang van zaken zorgt voor een negatieve spiraal, want door het groeiend aantal gedwongen opnames,
is er minder plaats voor vrijwillige opnames. Waardoor de wachtlijsten verder aangroeien. We staan erbij en kijken ernaar. Jammer genoeg moeten we ook soms voor minderjarigen een beroep doen op het PZ Onzelievevrouw wegens gebrek aan plaats in de kinderpsychiatrie. Het beleid moet hier dringend werk van maken.”

En wat met positive risk taking? De geestelijke gezondheidszorg doet steeds vaker een beroep op de verantwoordelijkheid van patiënten. Dat past in de herstelbeweging, die patiënten empowert en versterkt in hun krachten. Hoe staat het parket daartegenover?

“Wij nemen elke beslissing in eer en geweten,” zegt procureur Vandaele. “Maar zodra het eens fout loopt, is het parket kop van jut. De media wijzen graag met de vinger naar de magistratuur. Zelfs onze beroepsaansprakelijkheid wordt dan in vraag gesteld. De beste stuurluistaan natuurlijk aan wal. Maar wat moeten we doen? Altijd kiezen voor de zekere weg?”

“Dat kunnen we niet maken,” zegt Inge Vanthuyne. “In de praktijk loopt het zelden fout. En als beslissingen gebaseerd worden op worstcasescenario’s, zullen ook veel mensen ten onrechte gedwongen opgenomen worden. Dat wil niemand.”

“Maar de maatschappelijke druk is er,” zegt Lode Vandaele. “Je moet stevig in je schoenen staan om onafhankelijk en in eer en geweten te beslissen. De goede samenwerking tussen parket, politie en PZ Onzelievevrouw is daarbij een grote steun.”

Geweld tegen hulpverleners kan niet

Naast de gedwongen opnames speelt het parket – en meer specifiek procureur Lode Vandaele – ook een rol als vanuit het ziekenhuis melding wordt gemaakt van geweld op hulpverleners.
 
“Geweld tegen hulpverleners kan niet,” zegt procureur Vandaele beslist. “Ik neem elke melding daarover dan ook bijzonder ernstig. Je hoort weleens dat agressie ‘erbij hoort’ in de hulpverlening, maar daar ben ik het absoluut niet mee eens. Ik vind niet dat je als hulpverlener geweld moet kunnen verdragen. Dit geldt niet alleen voor zorgverleners, maar ook voor leerkrachten, brandweerlui en politiemensen.”
 
“De agressie tegenover zorgverleners neemt toe,” zegt Inge Vanthuyne. “Het lijkt wel of mensen minder controle over hun impulsen hebben. We verdragen veel, we kunnen veel gedrag een plaats geven. Maar wat me zorgen baart, zijn de gevallen van gerichte en moedwillige agressie tegen medewerkers. Daar moeten we grenzen stellen. De veiligheid van onze medewerkers gaat voor alles. In die gevallen laten we dan ook een proces-verbaal maken. En het voelt goed om te weten dat justitie die meldingen ernstig neemt.”
 
“Toch blijft het een moeilijk punt,” bekent procureur Vandaele. “Het gaat om een strafprocedure waarvoor bewijs nodig is. Met andere woorden: er moet een onderzoek gevoerd worden. Het slachtoffer moet bereid zijn om klacht in te dienen en aan het onderzoek mee te werken. Dat is al niet evident voor veel mensen. Bovendien kan je iemand alleen vervolgen als hij toerekeningsvatbaar is. Wat doe je
met iemand die een psychose doormaakt en achteraf veel spijt heeft?"
 
Tekst: Filip Decruynaere
Fotografie: Tom Talloen