Residentieel behandelaanbod voor langerdurende psychose (afdeling 22)

Doelgroep

Het behandelaanbod voor langerdurende psychose staat open voor mannen en vrouwen van 18 tot 60 jaar. De open afdeling (afdeling 22) biedt plaats aan 30 patiënten verdeeld over 3 leefgroepen, die ingedeeld zijn volgens de mate van stabilisatie van de psychotische symptomen en de mate van zelfredzaamheid.

Voor alle leefgroepen geldt dat de patiënten al een langere voorgeschiedenis hebben van psychose (minimum 5 jaar ziektegeschiedenis).

Doelstellingen

Het uitgangspunt van dit behandelaanbod is de patiënt de regie te laten houden over zijn eigen behandelingsproces.

De ene patiënt heeft hierbij sterkere ondersteunende bakens nodig dan de andere. Via ‘containment’ ondersteunt men de patiënt in zijn stabilisatieproces;  men geeft via residentiële psychotherapie tijd en ruimte voor groei en evolutie naar eigen levensprojecten.

Behandelen is echter geen eindeloos gegeven. Er wordt geprobeerd binnen de termijn van maximum één jaar patiënten terug een plaats te geven in onze maatschappij of te oriënteren naar  een ge-eigende plek in het ziekenhuis.

Behandelaanbod

In het behandeltraject waarin ontslagmanagement centraal staat,  zijn de residentiële psychotherapie, psycho-educatie, de familiewerking en het netwerkoverleg  belangrijke invalshoeken.  Het behandelaanbod is gebaseerd op volgende pijlers

  • patiënt als regisseur van zijn/haar eigen proces
  • focus op groeimogelijkheden
  • multidimensionele zorg
  • preventie, interventie, therapie, rehabilitatie
  •  triadisch denken (patiënt, familie, team)
  • familiewerking
  • ontslagmanagement

Het behandelaanbod wordt voor elke patiënt op maat vertaald in een individueel behandelplan.
Qua therapie worden zowel individuele sessies als een groepsaanbod aangeboden. De ont-dekkingsgroep en de Passerelle zijn 2 groepsprogramma’s binnen deze afdeling.

Visie

Het behandelaanbod voor langerdurende psychose is uitgebouwd vanuit de theoretische achtergronden van de psychoanalyse en de systeemtheorie.  Voor de klinische praktijk zijn vanuit de psychoanalytische theorie drie kernbegrippen te weerhouden: het onbewuste, de overdracht en de vrije associatie.

Het systemisch kader wil de dynamiek van de interacties die tot een dysfunctioneel patroon leidt, blootleggen. Systemisch denken houdt in dat men gedrag altijd bestudeert in de context waarin het gedrag zich voordoet. Als systeemdenker maak je deel uit van die context en kan je mee het therapeutisch proces gaan sturen. Men vertrekt vanuit een levensverhaal met breuklijnen en door de gesprekken wordt er een constructiever verhaal gecreëerd.