Covias hervormt concept activering en ontmoeting
Foto: Ontmoetingscentrum Den Heerd, Sint-Pieters Brugge
Activering stapt naar de mensen toe op gastvrije plekken
Het aloude concept van activering is aan een grondige vernieuwing toe. “De traditionele activering plaatst de cliënt in een te passieve rol,” zegt inhoudelijk coördinator Anneleen Decuyper van Covias. “Bovendien blijft de vraag stijgen, terwijl de middelen niet uitbreiden.” Covias maakte van de nood een deugd en hervormde de vier pijlers – vrije tijd, ontmoeting, vorming en arbeid – tot twee pijlers: OnA en Maatkracht.
OnA staat voor Ontmoetend Actief en omvat vrije tijd, ontmoeting en vorming. Maatkracht omhelst het luik arbeidsmatige activiteiten. “Met het traditionele aanbod in de activiteitencentra misten we een deel van onze doelgroep,” zegt Anneleen Decuyper. “Sommige mensen werden zelfs afgeschrikt door het aanbod; ze herkenden zich niet in de doelgroep. Voor de enen waren de activiteiten te weinig aantrekkelijk, voor de anderen te hoog gegrepen. Bovendien weten we dat een belangrijk segment van onze doelgroep – alle mensen met een ernstige psychiatrische aandoening die niet in opname zijn – niet naar een activiteitencentrum komt. Toch willen we ook voor die groep bereikbaar en toegankelijk zijn. Tegelijk veranderen de inzichten en de methodieken in de geestelijke gezondheidszorg. Denk aan de HerstelAcademie of het kwartiermaken, die passen in de grotere evolutie van vermaatschappelijking.
Maar het gaat ruimer: ook de traditionele dienstencentra, die zich tot voor kort bijna uitsluitend tot een ouder publiek richtten, stellen hun deuren nu open voor andere doelgroepen. Zo evolueren die dienstencentra naar buurtcentra waar iedereen terechtkan die ondersteuning of gezelschap nodig heeft. Het is een nieuwe stap naar inclusie. Een stap in de richting van vraaggestuurde ondersteuning ook. De buurtcentra worden meer en meer ‘consumer-run’ zoals dat heet: de doelgroep staat zelf mee aan het roer, de begeleiders krijgen vooral een faciliterende rol. In sommige activiteitencentra was dat ook al zo, maar we willen daar in de toekomst nog meer op inzetten. Een derde aanleiding om het concept activering aan te pakken, was een kwestie van financiële duurzaamheid. We slaagden er niet in om break-even te draaien. Er is geen financiering voor de werking door de overheid, waardoor we elk jaar opnieuw onze partners moeten vragen om bij te springen, terwijl activering niet hun kernopdracht is. Daarbovenop zijn er de voorbije jaren toch wel wat besparingen geweest in de financiering van het beschut wonen en de centra voor geestelijke gezondheidszorg, wat hun bijdrage steeds minder evident maakt. Dat hypothekeert onze werking op de langere termijn. Dat is geen gezonde situatie.”
Gastvrije plekken
“Het nieuwe concept OnA haakt maximaal in op het reguliere aanbod in de samenleving. We maken gebruik van de buurtcentra als gastvrije plaatsen dicht bij de cliënten. De buurtcentra hebben de opdracht zoveel mogelijk betrokkenheid van de buurt te creëren. De basis hiervan is ontmoeting. Vanuit die ontmoeting kunnen we, rekening houdend met de vragen die we krijgen en detecteren, een aanbod uitwerken. Bijvoorbeeld in samenwerking met de HerstelAcademie. Of vanuit een specifieke vraag van iemand, bijvoorbeeld: ik wil gaan zwemmen, maar ik durf niet alleen te gaan. Dan kijken we hoe we dat kunnen organiseren, op maat van de cliënt. Op deze manier komen we los van het klassieke groepsaanbod, maar werken we vraaggestuurd. In het detecteren van gastvrije plekken gaan we ruimer dan buurtcentra. Ook een sportclub kan een gastvrije plek zijn, of een vereniging die zich lokaal inzet. Zo heeft OnA in de regio Oostende ook een vaste stek in ’t Leeshuus en vzw De Klisse.
Als we vanuit de geestelijke gezondheidszorg aansluiting vinden bij gastvrije plekken zoals de buurtcentra, kunnen we tegelijk het taboe en stigma helpen wegwerken. Dat is de methodiek van het kwartiermaken, de rode draad doorheen ons nieuw activeringsmodel. Of ze ons in de buurtcentra buurtcentra graag zien komen? De reacties zijn doorgaans positief. Heel wat buurtcentra staan ervoor open, andere reageren afwachtend. Het is een geleidelijk proces. We investeren in beeldvorming op casusniveau door goede ervaringen te creëren. We wentelen onze doelgroep niet af op de buurtcentra. Onze medewerkers gaan ter plaatse, ze springen bij,ze coachen. Wat we niet willen, is dat kwetsbare mensen van het kastje naar de muur gestuurd worden of tussen wal en schip vallen.
Corona bood op een bepaalde manier een geschikte gelegenheid. De dienstencentra en de buurtcentra waren lange tijd gesloten. Ook onze eigen activiteitencentra moesten de werking grondig bijsturen. Toen we heropenden, hebben we niet zomaar de ‘oude’ werking weer opgenomen, maar konden we samen een nieuwe richting uitgaan. De contacten waren er al eerder, bijvoorbeeld in De Dijk en Den Heerd op Sint-Pieters of in De Balsemboom in het centrum van Brugge. Elke dinsdagnamiddag zijn we nu aanwezig in De Balsemboom om er ontmoeting te faciliteren. Mensen komen er een kopje koffie drinken, ze kaarten, spelen gezelschapsspellen of kunnen op verkenning in het ruime aanbod van het buurtcentrum. Van die gelegenheid maken onze medewerkers gebruik om contacten te leggen, om te informeren naar noden en behoeften, om van onderuit dingen te laten gebeuren. Hetzelfde gebeurt op de andere locaties en in het Huis met de vele kamers. Vanzelfsprekend richten we onze pijlen op het volledige werkingsgebied en dus ook op Varsenare, Jabbeke, Knokke-Heist, Diksmuide, Koksijde…”
Uitwaaieren
"Terwijl onze werking en het aanbod vroeger erg verbonden waren met de locaties van activiteitencentra zoals De Gempersteeg in Brugge of De Passant in Oostende, laten we die vaste stekken nu los en waaieren we uit over een veel ruimer gebied. Dat is voor de twintig medewerkers een immense verandering. Maar het is geen top-downverhaal. We hebben deze denkoefening met alle medewerkers gedaan en we hebben ons ook laten inspireren door mooie voorbeelden op andere plekken. Bijvoorbeeld door de omslag die De Klaver in Beernem vijf jaar geleden al maakte of het project Kwartier Hier in Brugge. We hebben hier lang over nagedacht, maar uiteindelijk moet je durven doen. De tijd was rijp voor verandering. We zijn erin geslaagd er een positief verhaal van te maken. Meer dan vroeger zetten we onze middelen laagdrempelig in, dicht bij onze doelgroep. De dienstencentra en de buurtcentra dragen niet het stigma van de geestelijke gezondheidszorg. Buurtbewoners komen er zoals ze naar de bibliotheek gaan. Dat schept mogelijkheden voor inclusie en echte vermaatschappelijking,” zegt Anneleen Decuyper.
Lees het volledige dossier in Afrit 8 2021-3
Tekst: Filip Decruynaere
Foto: Tom Talloen