• Home
  • Blog
  • “Elke patiënt is deel van een groter geheel”

“Elke patiënt is deel van een groter geheel”

In PZ Onzelievevrouw zijn de jongste jaren steeds meer familietherapeuten aan de slag.  Zelf spreken ze liever over 'systeemtherapeuten'.  We gingen met twee van hen in gesprek: Björn Decoster en Anouck Allomène.

“Familietherapie is een onnauwkeurige term,” legt Björn Decoster uit. “Ook gedragstherapeuten, psychodynamische therapeuten of medisch geöriënteerde psychiaters werken vaak met de familiesetting. Onze invalshoek is echter specifiek. Waar andere benaderingen vertrekken vanuit het individu en wat fout loopt in zijn hoofd, gaat onze focus naar het systeem waarin het individu zich bevindt. We doen dat zonder een beschuldigende vinger naar de context van de patiënt. Daar gaat het niet om, al is het soms moeilijk uit te leggen aan de familie en andere betrokkenen. Wat ons interesseert, is wat een impact heeft op het welzijn van de patiënt en zijn omgeving.”

“Ik werk zelf vaak met jongeren en dan nodig ik de ouders en de siblings (broers en zussen) uit voor een gesprek: wat is er gaande? Het lijden is altijd gemeenschappelijk, het gaat niet alleen over dat ene individu, de patiënt. Ouders doen altijd hun best, hebben altijd goede intenties. Toch loopt het soms scheef. We botsen vaak op intergenerationele verhalen en patronen waar mensen zelf vaak niet de tijd voor kregen om erbij stil te staan.”

Meer inzicht en begrip

“Ons interesseert vooral de verbindingen, de verhoudingen binnen de relaties,” zegt Anouck Allomène. “Hoe gaat de patiënt en zijn/haar familie of breder netwerk (= het systeem) om met bepaalde gebeurtenissen en/of levensfasen? Wat hebben deze mensen samen meegemaakt? Hoe reageert elkeen op die gebeurtenissen en op elkaar?”
 
“Vaak gaat het om lastige dingen,” zegt Björn. “Praten over gelijkenissen is gemakkelijker dan praten over verschillen. Als een vader zegt dat hij inderdaad meer affiniteit heeft met zijn zoon dan met zijn dochter, dan is dat confronterend.”
 
“Tegelijk kan het benoemen daarvan alleen al helend werken,” vult Anouck aan. “Ik werk met mensen met een psychotische kwetsbaarheid. Daar botsen we vaak op onbegrip bij familieleden, de omgeving of het bredere netwerk van de patiënt. Mensen hebben elk hun eigen verhaal. Door die verschillen te benoemen, komt er veelal begrip daarvoor, en creëert men hoop.”
 
“Een gesprek werkt dikwijls bevrijdend,” zegt Björn. “Zoals in het geval van die vader: de dochter voelt natuurlijk al jarenlang dat de vader meer naar de zoon neigt. Als je dat ontkent, kan de dochter daar knettergek van worden. Die bevestiging horen is goed voor het kind. Dan weet het eindelijk dat het zich niet alles inbeeldt. ‘Je ziet hem liever dan mij’, hoor je dan. Maar dat is doorgaans niet correct: het gaat niet
over graag zien, maar over affiniteit hebben met. Dat er met de zoon een betere klik is, betekent niet dat de vader minder van zijn dochter houdt. Het zijn gevoelige kwesties, maar ze leiden tot meer inzicht en een beter begrip van wat zich afspeelt in de verhoudingen binnen het systeem.”
 
“We werken ook aan het herstel binnen het systeem. Eentijd geleden was er een oudere dame met een psychotische kwetsbaarheid. Zij had al meer dan 15 jaar geen contact met haar siblings. Een aantal ervan hebben we kunnen bereiken. Er is veel gepraat, het contact is hersteld.”
Hechtingsproblematiek
Welke patiënten hebben baat bij systeemtherapie? “In een ideale wereld gaan we met elke patiënt en zijn context aan de slag, bij voorkeur van in het begin van de behandeling. Maar dat is nog niet haalbaar. Elke situatie wordt afgewogen. Een patiënt met stemmingsstoornissen bijvoorbeeld, krijgt primair dialectische gedragstherapie. Maar als het multidisciplinair team vaststelt dat ook systeemtherapie aangewezen is, dan doen ze een beroep op ons,” zegt Björn.
 
“Het is ook niet altijd gemakkelijk om de familie over de drempel te krijgen. Soms moeten we ons noodgedwongen tot de patiënt als gesprekspartner beperken. Maar de vragen zijn dezelfde. Wat is de plek van de patiënt in het grotere geheel? Wat is zijn rol in het systeem. Daartoe hebben we specifieke methodieken en technieken, zoals het werken met een levenslijn of ‘sculpting’ (met behulp van popjes uitbeelden hoe mensen tegenover elkaar staan en wat de plaats en de rol van eenieder is). Dit proces werkt vaak verandering in de echte wereld in de hand en kan zeer ontschuldigend zijn naar alle betrokkenen.”
 
“Samen met de patiënt maak ik vaak een genogram op”, zegt Anouck. “Dat is een stamboom die het gesprek op gang helpt te brengen. Zo komt er ‘verhaal’. Belangrijke gebeurtenissen worden in het genorgram opgenomen. Daar worden dan ook de intensiteit van de onderlinge relaties op aangeduid: zijn ze intens, conflictueus …?”
 
“Mijn belangrijkste opdracht is om samen met de patiënt en het systeem tot betekenis te komen. Patiënten gaan daarbij dikwijls ook in dialoog met zichzelf,” zegt Björn. “’Ik had dit moeten doen.’ Of: ‘Ik heb het zelf gezocht.’ Is dat bijvoorbeeld een patiënt die misbruikt werd ls
kind, dan laat ik hem soms reageren tegen zijn 12-jarige zelf. Dat kan erg emotioneel zijn. Mensen zijn vaak zeer streng voor zichzelf omdat ze kijken met de blik van een volwassene.”
 
“Systeemtherapie kan inderdaad confronterend zijn, maar mensen moeten daar soms door,” zegt Anouck. “Zelf krijg ik vaak te maken met symbiotische relaties, waarbij ouders hun volwassen kinderen moeilijk kunnen loslaten door eigen pijn en kwetsuren.”
 
“Hechting is een belangrijk thema,” bevestigt Björn. “Op de behandelafdeling voor mensen met een depressie en/of een persoonlijkheidsstoornis streven we naar een aparte werking voor jongeren in de transitieleeftijd (16-25 jaar). Er zou onder meer worden gewerkt met een specifieke vorm van systeemtherapie: de Attachment Based Family Therapy (ABFT). ABFT focust op hechtingskwetsuren.”

Breder kijken

Aan het werk van de systeemtherapeuten gaat dikwijls al een proces vooraf. Voor mensen met een psychotische kwetsbaarheid is er bijvoorbeeld de methodiek van de Open Dialogue. “Hier kiest elke betrokkene zelf waarover hij of zij het wil hebben,” zegt Anouck. “De patiënt, zijn context en de hulpverleners zitten samen en luisteren naar elkaar. Soms leidt dat tot het inzicht dat systeemtherapie aangewezen is. De betrokkenen moeten hiervoor wel gemotiveerd zijn.”
 
Ook maatschappelijk werkers effenen dikwijls het pad. “Zij hebben vaak het eerste contact met de familie en de context van de patiënt. Daar al wordt aan de motivatie van de familie gewerkt.”
 
Dat het ziekenhuis meer investeert in systeemtherapie is een goede zaak, vindt zowel Anouck als Björn. “Het ligt helemaal in lijn van de visie van het ziekenhuis om altijd breder te kijken dan de patiënt op zich en ook de familie te betrekken,” zegt Anouck.
 
“Vroeger werd de patiënt bij een ziekenhuisopname uit zijn systeem geplukt en na een behandeling van enkele maanden terug in het systeem gedropt. Dat werkt niet. Een ziekenhuisopname is een tijdelijk deel van een veel ruimer en langer verhaal. Het is niet meer dan logisch dat we het hele systeem én de patiënt als experten zien en ze deel laten uitmaken van de behandeling. Als ziekenhuis moeten we nederig zijn in de rol die we daarin mogen vervullen,” besluit Björn.
 
Tekst: Filip Decruynaere
Fotografie: Tom Talloen