• Home
  • Blog
  • “Een uitnodiging om tijd te maken voor rouw en troost”

“Een uitnodiging om tijd te maken voor rouw en troost”

Op 23 mei 2023 opent PZ Onzelievevrouw een troostplek: een plek in het groen die geborgenheid biedt en waar mensen - patiënten, bezoekers, hulpverleners en passanten even stil kunnen houden.  Bij de opening komt psychiater Uus Knops spreken.  Voor ons magazine Afrit 8 konden wij haar al even strikken voor een gesprek.

Uus Knops is psychiater, psychotherapeut en rouwdeskundige. Ze werd bekend met haar boek ‘Casper – een rouwboek’ over het verlies van haar broer en het rouwproces dat ze doorliep. Andere publicaties zijn ‘Troostkaarten’, ‘Een klein afscheid’ en ‘Op afstand nabij’. Uus Knops lag voorts aan de basis van de Onumenten die sinds corona her en der in Vlaanderen verrijzen als plekken waar mensen verbinding en troost vinden.

Was u altijd zo gefascineerd door rouw, verlies en troost?

Uus Knops: “Neen. Mijn broer Casper raakte vermist en overleed tijdens mijn opleiding. Die ervaring zat mij toen erg in de weg. Ik kon moeilijk om met suïcidale patiënten. Mijn broer wou niets liever dan leven, maar hij kreeg de kans niet. En die patiënten ... Om een ‘goede psychiater’ te zijn, heb ik een tijd mijn professionele leven strikt gescheiden van mijn persoonlijke. 

Maar gaandeweg kreeg ik meer en meer aandacht voor de impact van rouw op patiënten. Ik ontdekte dat ik mijn bagage niet als ballast  achter mij aan hoefde te slepen, maar dat ik ze naast mij kon dulden. In 2018 schreef ik het boek ‘Casper – een rouwboek’. Het maakte bij  veel mensen iets los. Ik volgde een opleiding tot rouwtherapeut en leerde om mijn ervaringen te gebruiken om andere mensen te helpen. Ik heb dus zelf een evolutie doorgemaakt. De rouw, die me eerst in de weg zat, heeft een andere plek in mijn leven ingenomen.” 

Als een psychiater zich het thema rouw toeeigent, bestaat dan niet het gevaar om rouw te pathologiseren, om het als een ‘ziekte’ te zien?

“Ik ben geen psychiater geworden om rouw beter te begrijpen. Ik noem mijzelf ook psychiater én rouwdeskundige. Ik werk vooral preventief. Rouw kan pathologisch worden. Er zijn mensen die zo lang en intens met verlies worstelen, dat ze disfunctioneren op het werk, als ouder, als partner. Rouw kan vormen aannemen die we niet meer ‘normaal’ noemen. Die mensen hebben adequate hulp nodig. 

Rouwen is een evenwichtsoefening. Was er een pilletje dat de pijn en het gemis helemaal wegnam, dan zou niemand dat willen. Want de pijn verbindt wie rouwt met zijn gemis, met de overledene. De pijn en het gemis verzachten zodat ze draaglijk worden: daar komt het op aan. En daar komt troost op het toneel. Alleen weten we niet altijd hoe we troost kunnen bieden. Elk rouwproces, maar ook elk troostproces, is uniek. Het is normaal dat je in het begin niet weet hoe je iemand kan troosten. Die persoon weet het vaak zelf niet. Het gesprek hierover is waardevol: ‘Vertel eens, wat zou jou nu deugd doen? Gaan we eens wandelen? Of samen naar een film kijken?’ Het is zoeken. Maar het signaal ‘Ik ben er voor jou’ is al verbindend. Wees als troostend figuur niet te bang om iets verkeerds te zeggen. Zoek niet naar die ene magische zin die de hemel doet opklaren. Laat onzekerheid toe, ga het gesprek aan, luister, wees aanwezig.”

U gebruikt geregeld de metafoor van het bankje: iemand die rouwt neemt plaats op een bankje en soms is dat wat nodig is: even stilstaan. Botst dat niet met de herstelgedachte van empoweren en mensen terug in hun kracht zetten?

“Dat bankje is een metafoor voor het vertragen. We zien als hulpverleners liefst dat mensen de draad weer oppikken en doorgaan met hun leven. Maar onvoldoende erkenning voor de verlieservaring kan nefast zijn. Tegelijk is activering soms nodig. Neem een jong gezin waarvan een ouder sterft. De overblijvende ouder zal niet lang op dat bankje kunnen zitten, want hij moet voor de kinderen zorgen. Vermijding van diepe rouw is soms nuttig, zelfs al weten we dat het als een boemerang terug kan komen. Als het even kan, geven we mensen toch best de tijd om even op dat bankje te zitten. Of om aan beide oevers van de rivier aan te meren: aan de verliesgerichte en aan de herstelgerichte oever. Soms klampen mensen zich vast aan de verliesgerichte oever en daar moeten we als hulpverleners voor een stuk in mee durven gaan. Als mensen erkenning krijgen, als ze even op dat bankje mogen vertoeven, dan stappen ze na een tijd zelf in het bootje om de herstelgerichte oever te verkennen. Mensen zijn veerkrachtig. Een andere invalshoek voor hulpverleners: geef tijd, geef taal, geef toe. Geef tijd en laat een consultatie eens wat langer duren als het nodig is. Laat er tijd overheen gaan. Neem tijd om stil te staan bij de verjaardag van een overlijden. Geef taal: benoem het. En als er geen woorden voor zijn, laat de stilte spreken. Geef ook taal aan het gezin en de kinderen die erbij betrokken zijn. En geef toe als hulpverlener: durf uit te spreken waar je niet meer verder kan, bijvoorbeeld in een eindelevensfase of in een situatie die niet helemaal liep zoals je had gewenst. En geef ook toe aan je eigen emoties. Het maakt je als hulpverlener alleen menselijker. 

Wat kan een troostplek betekenen in een psychiatrisch ziekenhuis?

“Het is een kleine stap van het bankje naar een troostplek. Het is een plek zonder duidelijke functie. Iedereen die er komt of er rondhangt,  heeft zin om even stil te staan. Even niet vooruit te moeten. Je komt er in contact met de natuur. En misschien met andere mensen, die het ook even niet meer weten. Want we zijn nooit de enigen die struggelen met een diagnose of een herstelproces dat maar niet op gang komt. Vanuit openheid en het delen met elkaar ontstaan mooie dingen. Op een troostplek kan je afspreken met elkaar. Om te praten of om iemand te herdenken. Je kan er als team naartoe, bijvoorbeeld na een overlijden. Dat zo’n plek bestaat, is een uitnodiging om tijd te maken voor rouw en troost. Je kan er herinneringen ophalen. Of je kan er zwijgen en zitten.”

U benoemde het belang van de plek, de taal, de natuur. Ook kunst hoort in dat rijtje?

“Kunst is een niet-talige taal. Ze spreekt ons aan en beroert ons heel persoonlijk. Het is geen toeval dat creativiteit zo belangrijk is in een psychiatrisch ziekenhuis. Zowel in de therapie als met kunst aan de muren. Kunst lijkt de kers op de taart: mooi, maar niet echt wezenlijk. Ik denk dat kunst veel méér is.”

Wat is uw belangrijkste boodschap?

“Ik hou van de metafoor van het rouwtouwtje. Rouw is in het begin vooral chaos en verwarring, maar uit die chaos kunnen we een touwtje spinnen. En naast dat rouwtouwtje zijn er altijd nog andere touwtjes die deel uitmaken van leven. We zijn niet alleen een persoon in rouw, we zijn ook partner, vader of moeder, vriend of vriendin, we hebben ons werk, interesses, talenten en dromen … en al die dingen samen vormen wie we zijn. In rouw voelt het soms alsof we helemaal samenvallen met de rouw. Maar we zijn altijd meer. Hoeveel aandacht het rouwtouwtje ook opeist, tegelijk zijn er al die andere touwtjes. Het rouwtouwtje moet zijn plaats krijgen in het vlechtwerk van ons leven. Nu eens komt het op de voorgrond, dan weer verschuift het naar de achtergrond. En dat is oké.”

 

Tekst: Filip Decruynaere
Foto: Tom Talloen